Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft de (wettelijk) maximale huurverhoging voor woonruimten in 2025 bekendgemaakt.
Voor het eerst zijn de percentages voor huurverhogingen gescheiden per categorie: sociale huur (“laag-gereguleerd”), middenhuur en vrije sector huurprijzen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie.
Maximale huurverhoging vrije sector
Voor woningen in de vrije sector (huurwoningen met meer dan 186 WWS-punten of een huurprijs hoger dan €1.157,95) is de maximale huurverhoging gebaseerd op het laagste percentage van de cao-loonontwikkeling of de inflatie (CPI), met een toeslag van 1%. Tussen december 2023 en december 2024 bedroeg de inflatie gemiddeld 3,1%, terwijl de loonontwikkeling 6,7% was. Daarom wordt het inflatiepercentage gebruikt als basis voor 2025.
De maximale huurverhoging voor zelfstandige woningen - waaronder eengezinswoningen, studio's, appartementen en ligplaatsen voor woonboten - komt hiermee uit op 4,1%.
Maximale huurverhoging middenhuur
Sinds 1 juli 2024 vallen middenhuurwoningen (144 tot 186 WWS-punten) onder een gereguleerd stelsel. Voor deze woningen is de cao-loonontwikkeling leidend, met een toeslag van 1%. Omdat de loonontwikkeling in de genoemde periode 6,7% bedroeg, is de maximale huurverhoging in 2025 vastgesteld op 7,7%.
Dit percentage geldt voor zelfstandige woningen, studio’s en appartementen die:
- Een huurcontract hebben dat op of na 1 juli 2024 is ingegaan.
- Een aanvangshuur in 2024 hadden tussen €879,66 en €1.157,95, of in 2025 tussen €900,07 en €1.184,82.
Maximale huurverhoging sociale huur
Voor sociale huurwoningen (met maximaal 143 WWS-punten) blijft de maximale huurverhoging tot 1 juli 2025 ongewijzigd ten opzichte van 1 juli 2024. Deze bedraagt meestal maximaal 5,8%, met inkomensafhankelijke verhogingen van €25,- tot €100,- per maand. Verdere informatie hierover wordt verwacht in februari 2025.
Het percentage van 5,8% geldt ook voor kamers, woonwagens en standplaatsen.
Belangrijke aandachtspunten
Als een lagere huurverhoging uit de huurovereenkomst voortvloeit, dient dat lagere percentage aan de huurder te worden doorgegeven, tenzij dit boven de maximale percentages uitkomt. In dat geval geldt het wettelijke maximum.
Voorbeelden:
- Als uit de huurverhogingsberekening een percentage van 3% volgt, moet dit worden aangehouden.
- Bij een berekend percentage van 5% in de vrije sector wordt het maximum van 4,1% gehanteerd.
- Voor middenhuur wordt een berekend percentage van 8% beperkt tot 7,7%.
