Rechtspraak

Stijging overdrachtsbelasting vastgoedbeleggers

Sander Koops
-1 oktober 2020
2 min

Op de 3e dinsdag van september 2020 werden traditiegetrouw de financiële plannen voor 2021 bekend gemaakt. De overheid heeft er voor gekozen om starters in de leeftijdscategorie 18 t/m 35 tijdelijk geen overdrachtsbelasting te laten betalen. Om het gemis van het 0% tarief voor starters op te vangen, heeft de overheid besloten het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die niet zelf worden bewoond, zoals 2e woningen, beleggingspanden en (particulieren) huurwoningen, te verhogen van 2% naar 8%. Voor een 2ewoning of huurwoning van bijvoorbeeld € 310.000,- is tot 1 januari 2021 aan overdrachtsbelasting € 6.200,- verschuldigd, na 1 januari wordt dat, bij dit rekenvoorbeeld, een bedrag van € 24.800,-, dat is een stijging van € 18.600,-. Wanneer je als belegger (Box 3) die kosten zou willen besparen, dan dien je voor 1 januari 2021 de overdracht van een aangekocht pand te realiseren.

Kortom, het wordt weer een interessant 4e kwartaal, starters willen het notarieel transport uitstellen en beleggers willen het versnellen. Vanaf januari zijn starters in het voordeel in de biedingenstrijd bij de aankoop van een woning, omdat zij 8% minder overdrachtsbelasting hoeven te betalen dan beleggers.

Positief voor de (kleine) particuliere vastgoedbelegger wordt het steeds makkelijker om tegen aantrekkelijke voorwaarden een hypotheek te verkrijgen op hun verhuurd onroerend goed. Momenteel gaan sommige geldverstrekkers tot een verstrekking van 85% van de marktwaarde, waarvan 50% aflossingsvrij wordt meegenomen. Enige minpunt is dat de hypotheekrentes voor dit soort beleggingspanden in de regel een stuk hoger liggen dan voor ‘eigen’ woningfinanciering. Reken op rentes vanaf 2,5 tot 4%.

Tot slot; Het eigen woonhuis is bij een lage en/of geen hypotheek vaak een beter onderpand voor de hypotheekbank. De hypotheekrente op de eigen woning is lager dan een beleggingshypotheek.