Rechtspraak

Tijdelijke huurovereenkomst alleen in beperkte gevallen

Chantal Ligtenstein
-22 mei 2023
3 min

Sinds 2016 is het mogelijk om huurders een tijdelijk huurcontract aan te bieden. De vooraf vastgestelde periode kan variëren van enkele maanden tot maximaal 2 jaar. Een tijdelijk contract werd door veel verhuurders ingezet als een soort proefperiode. In bijvoorbeeld 1 of 2 jaar tijd leer je de huurder kennen en wanneer er reden voor zou zijn, kan je als verhuurder, zonder opgaaf van reden, de huurovereenkomst opzeggen.

Ook werden tijdelijke contracten ingezet om een einddatum vast te stellen die werd gebruikt als moment om verkoop te overwegen of door te verhuren. Ook hebben wij veel tijdelijke huurovereenkomsten zien overgaan in een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dit gebeurt automatisch wanneer er geen opzegging plaatsvindt.

Na zo’n 8 jaar komt er een eind aan de mogelijkheid om je woning tijdelijk te verhuren. Op 16 mei heeft de Tweede kamer ingestemd met het initiatiefvoorstel van de PvdA en ChristenUnie. Dit om de vermeende machtspositie van verhuurders aan banden te leggen.
Een tijdelijk huurcontract mag vanaf januari 2024 alleen nog maar aangeboden worden in specifieke gevallen, te weten;

  • Een tijdelijk contract voor specifieke doelgroepen zoals een campuscontract voor studenten
  • Wanneer je als eigenaar tijdelijk naar het buitenland vertrekt (Diplomatenclausule)
  • Wanneer je als stel gaat samenwonen mag je tijdelijk één van de woningen verhuren zodat niet één van de woningen leeg komt te staan. Voorwaarde is dat je 2 jaar eigenaar bent van de woning. Je mag de huur opzeggen als de relatie wordt verbroken of wanneer je de woning gaat verkopen
  • Verhuur aan familie. Eerstegraads zoals verhuur aan een kind of ouder
  • Woningen met een tijdelijke verhuurbestemming zoals recreatieverhuur

De nieuwe regels gelden alleen voor nieuwe huurovereenkomsten. Huidige huurovereenkomsten blijven gewoon rechtsgeldig.

Met het aanpassen van de tijdelijke verhuur verwachten wij dat het huuraanbod nog meer zal slinken. Na de opkoopbescherming, de gewijzigde BOX3 heffing, het doortrekken van het WWS (woningwaarderingsstelsel) én het verhogen van de overdrachtsbelasting is dit de zoveelste maatregel die de huurder zou moeten beschermen. Echter, de krapte op de huurmarkt zorgt er juist voor dat de doorstroming stokt en dat de situatie er voor de starter niet beter op wordt.